Toen fietste jij voorbij
 
Vanaf het prille moment dat ik je zag
Jij fietste voorbij, maar remde abrupt af
Bleek het een onverwachte donderslag
Bij een door sluimer verduisterde hemel
 
Daar stonden we plotseling in vuur en vlam
Een beetje onwennig, maar verrukt dat wel
Wat later vroeg je: “wanneer nodig je me uit?”
Ik bewandelde met mijn wijsvinger je vel - en
 
Voelde onbetwist jouw hunkerende huid
Waarom vroeg ik je niet het hemd van je lijf?
Waarom fluisterde ik niet zacht in je oor: blijf
Blijf bij mij deze nacht, bij nacht en ontij
 
Stil, luister, doe nu je ogen maar halfdicht
Laaf je aan de liefde, ik heb ons aangekleed
Vanochtend... zo rond de klok van half vijf
Zijn we voor altijd aan elkaar gesmeed
 
Nog even maar en het wordt weer licht


Reacties

Populaire posts