Er is ruimte voor iedereen

Wisten jullie dat ouderen in verzorgingstehuizen elkaar pesten en treiteren? Oma zonder watergolf kan koffiedrinken met de andere dames wel vergeten. Vergelijkbare situaties zie je ook op middelbare scholen: heb je de foute schoenen aan, dan hoor je er niet bij. In mijn zoektocht om zoiets als pesten te doorgronden, ging ik op bezoek bij de bovenbouw van de Vrije School in Den Haag. Daar pakken ze het net even anders aan. Geboren uit nood, nu een deugd.

Door Geraldina Metselaar

“Je kunt het toch!”, moedigt de zangdocente ruim honderd brugklassers aan. Het is nog vroeg in de morgen, net negen uur geweest. Ze frummelen aan hun haar, wippen van de ene voet op de andere. De armen bungelen zoekend langs het lijf. Nogmaals geeft de zangdocente het sein. Nu gaat de canon goed, met gevoel. In de aula van de Vrije School zingen de nieuwelingen zich warm. Hun stemgeluid vult de ruimte. Buiten verschijnt de zon vanachter de grijze wolken. De zangdocente knikt. “Jullie kunnen het.”

In plaats van vier dagen introductiekamp in Bergen op Zoom of survivallen in de bossen bij Arnhem, kunnen kersverse leerlingen op de bovenbouw van de Vrije School in Den Haag rekenen op een bruisende week vol activiteiten. Samen zingen, inspirerende workshops en op ontdekkingsreis door Den Haag – mooie stad achter de duinen. Boudewijn Fehres, initiatiefnemer van de introductieweek nieuwe stijl, vertelt dat net als veel andere middelbare scholen ook de Vrije School in het verleden op introductiekamp ging. “Helaas bleek het een voedingsbodem voor gepest en getreiter. Een ongezond begin van een middelbare schoolcarrière, waar pubers juist gebaat zijn bij een veilige omgeving waar ze zich kunnen ontplooien.”

Laat ze worden wie ze zijn
Er moest dan ook iets diepgravend veranderen. Want het gepest en getreiter waren ze op de Vrije School in Den Haag een aantal jaren geleden goed zat. Maar voordat je iets kunt veranderen, moet je op zoek naar de oorzaak. Wat bleek? Op de bovenbouw van de Vrije School in Den Haag komen leerlingen samen van alle vrijescholen in Den Haag, Delft en omstreken. Tussen de klassen onderling ontstond echter geen communicatie over en weer, noch chemie. Dat lijkt logisch als je bedenkt dat de reeds bestaande klassen een op een werden gehandhaafd. Hechte vriendschappen hadden zich gevormd. Aan de ene kant bijzonder, aan de andere kant belastend. De rollen zijn verdeeld. Gevolg is dat de aanvoerder van de klas, ook de aanvoerder op de middelbare school wordt met zijn of haar eigen clubje. Voor buitenstaanders is er nagenoeg geen ruimte. Daar waar voor veel leerlingen de middelbare school geldt als een nieuw begin, gold dit niet voor leerlingen van de Vrije School. Hun lagere schoolverleden droegen ze met zich mee. “Het is zó belangrijk dat pubers vrij en vooral veilig hun middelbare schooltijd kunnen doorlopen”, stelt Boudewijn Fehres. “Laat ze hun kwetsbaarheid ontdekken, laat ze worden wie ze zijn. Maar ouders, leerkrachten en schoolleiding moeten de randvoorwaarden bieden. Met de introductieweek nieuwe stijl proberen wij daarop als school een voorzet te geven.“

Zó gaan we met elkaar om
Een van de belangrijkste pijlers van het nieuwe introductieprogramma is het samenstellen van positieve groepen. Mixen en matchen. Welke leerlingen passen goed bij elkaar zowel fysiek als mentaal? Welke leerlingen zijn bruggenbouwers? En hoe zorgen we er als leerkrachten en als school voor dat de leerlingen het beste in elkaar naar boven halen? “De introductieweek geeft bovendien een duidelijk signaal aan alle leerlingen: zó gaan we met elkaar om”, vertellen Roos Havelaar en Marlies Sneller van bureau Welles / Nietes. Ze worden vaker ingeschakeld tijdens introductieweken op middelbare scholen en hebben veel ervaring met groepsdynamica. Rollenspellen en discussies ondersteunen het vormen van een positieve groep. Daarbij passeren verschillende thema’s de revue. Zoals het omgaan met verschillen, luisteren en praten over gevoelens, samenwerken, klassenafspraken en omgaan met conflicten. Roos Havelaar en Marlies Sneller nemen tijdens de introductieweek onder andere de social training voor hun rekening. Roos Havelaar: “het is zo belangrijk dat er een veilige sfeer ontstaat binnen de groep. Iedereen moet ervan doordrongen zijn dat iedereen erbij hoort. Ook al ziet iemand er anders uit. Je neemt het voor elkaar op en beschermt elkaar.”

De verkeerde schoenen

Roos Havelaar en Marlies Sneller starten met een kennismakingsspel. De leerlingen moeten een eigen voorwerp aan de ander geven. Daarbij stellen ze zichzelf voor, ze zeggen hun naam en geven elkaar een hand. Vervolgens moeten ze onthouden van wie het voorwerp is, dat ze hebben gegeven of gekregen. De leerlingen lopen kris kras door de klas, er klinken namen en ze roepen voorwerpen: deze mobiele telefoon is van, uh, van wie was die mobiele telefoon ook weer? Na vijf minuten moeten alle voorwerpen terug naar de eigenaar of eigenaresse. Weer loopt iedereen door elkaar. Een haarelastiekje en mobieltje blijven over. De groep moet lachen. Daarna krijgen ze stellingen voorgeschoteld. Zoals: Wie wordt gepest, lokt het zelf uit.

Er is altijd een reden om iemand te pesten, roept iemand door klas. Hoezo dan?, vraagt Marlies Sneller om uitleg. Nou, iemand heeft de verkeerde schoenen of jeans aan. Wil je niet gepest worden? Dan moet je maar zorgen dat je wel de juiste schoenen aanhebt. Er wordt druk gediscussieerd. "Zo’n leerling bepaalt de code", vertelt Roos Havelaar, "wat hij of zij zegt kan de norm worden in een groep. Wij proberen dit soort processen om te draaien en codes te doorbreken. Je moet iedereen accepteren zoals hij of zij is. Het maakt niet uit wat je aanhebt of hoe je eruit ziet." Marlies Sneller voegt eraan toe dat de leerlingen best meningsverschillen of conflicten mogen hebben. "Hartstikke goed. Door een meningsverschil kunnen ze ook hun eigen mening aanscherpen. Conflicten of ruzies horen erbij. Een ruzie kun je uitpraten en beide partijen hebben hierin hun inbreng. Maar bij pesten ontstaat een onveilige situatie, waardoor de sfeer in de klas verslechtert en zelfs leerprestaties achteruit hollen."

We maken een kring!

Na de stellingen en een spel is het tijd om in kleinere groepjes te werken. Roos Havelaar en Marlies Sneller delen de leerlingen in, zodat ze goed kunnen zien wat er onderling gebeurt. De groepjes moeten met elkaar een uitje verzinnen, waar iedereen het mee eens is. Helder moet zijn wat, waar, wanneer en hoe het uitje zijn beslag krijgt. De meest wilde ideeën vliegen door het klaslokaal. Tot slot krijgen de leerlingen de oefening dat iedereen bij iemand op schoot moet zitten. In eerste instantie gebeurt dit razendsnel, maar er blijven wel wat leerlingen alleen over. Dat is niet de bedoeling. Dan roept een leerling door de klas: we maken een kring! Heel even zit iedereen bij iemand op schoot. Er klinkt een hoop gejoel. Als Roos Havelaar en Marlies Sneller met de leerlingen napraten, het is de een na laatste dag van de introductieweek, valt op dat de leerlingen stuk voor stuk dolenthousiast zijn. Ze vonden het leuk en hebben er veel van geleerd. Roos Havelaar: "morgen gaan we tijdens de feestelijke afsluiting proberen met alle brugklassers in een kring te zitten. Goed hè."

Leven na de middelbare school

Het is rond de klok van elf als bureau Welles / Nietes druk overlegt in de lerarenkamer. Hun taak zit erop. "Jammer", zegt Roos Havelaar. "Het liefst zou ik nog een paar weken doorgaan. Wat wij doen is slechts een begin maken. Nu moet de leraar het verder oppakken en zorgen dat de klas voor iedereen een veilige plek wordt." Helemaal klaar zijn ze overigens niet na de feestelijke afsluiting. We houden contact met school en bieden daar waar nodig extra ondersteuning. Bijvoorbeeld bij leerlingen met een pestverleden. Ook Boudewijn Fehres kijkt nog een keer aandachtig naar alle leerlingen. Weliswaar op een andere manier: hoe is bijvoorbeeld hun houding? Zijn ze klein of juist groot? "Overschreeuwen ze zichzelf, typisch iets voor brugklassers. Daaruit valt veel af te lezen voor leerkrachten en ouders. Het ideaal is natuurlijk dat ze straks aan het eind van de rit snappen wat ze allemaal kunnen. Dat ze weten hoe wijs ze zijn in hun lijf, in hun armen en benen. De puberteit is immers een periode die ruimte maakt in jezelf. Veiligheid en je veilig voelen zijn daarbij belangrijke elementen. Dan kan je alles aan. Ook het leven na de middelbare school." Om echt te zien wat het effect van de introductieweek nieuwe stijl is, moeten we nog een paar jaar wachten. Als de leerlingen inderdaad straks aan het eind van de rit zijn. Wat nu wel gebeurt, en dat is bijzonder positief, is dat leerlingen nieuwe vriendschappen sluiten. De hechte onderlinge band die er bestond binnen de klassen van de verschillende vrijescholen, is doorbroken. Er is ruimte voor nieuwe kansen. Er is ruimte voor iedereen.

Ondertussen vraag ik me natuurlijk af of deze jonge mensen later als ze oud en grijs en wijs zijn in het verzorgingstehuis, heerlijk met z’n allen gaan koffiedrinken. Ik heb goede hoop!



Reacties

Populaire posts