Broodje aap
Een koud
kwartier sluip ik met mijn kinderen achter een puber aan op weg naar de
supermarkt. Ik houd wel van zo’n cultureel antropologische achtervolging. Mijn
kinderen ook. Onze voorganger wordt van top tot teen gescand en systematisch in
kaart gebracht. Van die pubers, u kent ze wel. Blik op oneindig, hangende
schouders. Hierdoor schuifelen ze als een aap ongecoördineerd door de stad en het leven, lichtelijk
verborgen in hun hooded sweater. Dan gebeurt het. Recht voor onze ogen, of beter gezegd
onze voeten, rinkel de kinkelt het lege colablikje op de stoep.
Achteloos
over de schouder weggeworpen door dezelfde puber, die zonder omkijken hink-stapspringend
zijn weg vervolgt. Gelukkig kan ik nog net op tijd mijn kinderen de mond
snoeren. Geschrokken door het gesmoorde protest gaat de aap in ene keer als een
banaan. Alsjeblieft geen scène, want ik weet precies hoe mijn dienstkloppers
reageren op zo’n vergrijp. Maar nu laten we de zondaar voor wat die is en
verdwijnt ie snel uit het zicht. Ver van de plaats delict. Dan mag eerst Pom
het zeggen. “Ah, dat mag toch niet, mama”, brult hij, terwijl er stoom uit zijn
oren komt. Hij is een kind naar mijn hart. Eindelijk een opvoedkundig ding dat
beklijft: gij zult geen troep op de stoep werpen. Sem zoekt driftig naar meer.
“Zullen we de politie bellen?”. Ook de dochter ziet dat wel zitten. No mercy. Sterker: wo ist die Krimicopter
als je ‘m nodig hebt? Voor dit soort wandaden moet je direct met gillende
sirenes worden afgevoerd. Achter slot en grendel met enkel wat hompen
beschimmeld brood en een kan stinkend rioolwater. Nu vraagt u zich misschien af
waarom mijn kinderen zo overdreven reageren. Omdat ze voelen dat de grond te
heet onder hun voeten wordt, werken ze intuïtief aan een beter milieu?
Geloof me, ik weet het zeker. Later willen diezelfde apen van pubers als zij kinderen hebben,
genieten van kikkers in gifvrij slootwater, in plaats van poelen des verderfs vol plastic flessen, lege chipszakjes,
bierblikjes en luierbroekjes. Ze willen dat gezonde zeelucht
tintelt in hun neus. Op zondag willen zij picknicken in het groene gras en
bloemenkransen maken van madeliefjes. Stel je eens voor dat iedere ouder zijn
of haar kinderen probeert bij te brengen dat je geen troep op de stoep gooit. Dan
komen we toch al een heel eind?
Reacties
Een reactie posten