Ziek zijn is vooruitgang

“Kijk, daar drijft de zwarte wolk...” Een bleek gezicht met vuurrode wangen kijkt naar de donkere hemel. Hij heeft lichtbruine kringen onder zijn ogen. Bibberend priemt zijn wijsvinger in de lucht. “Daar, nu zijn er twee witte wolken op elkaar gebotst.” Er volgt een diepe zucht, een rommelende hoestaanval en een hoop gewoel in zijn bed. Dan wordt het weer rustig. Mijn kind is ziek.

Gisteren was het dweilen, geen land mee te bezeilen, tja, dan dringt het langzaam tot je moederziel door. Dat kind is of wordt ziek. En dan voel je aan zijn hoofd en weet je het zeker. Een gloeiende bol. Hij heeft koorts. Hup, naar bed. Onder de wol. In eerste instantie morrelt mijn zoon, hij moet nog zoveel doen, maar in zijn lijf gillen alarmbellen. Ziek zijn is vervelend, maar ook fijn. Want als je ziek bent, blijf je fijn bij mama thuis. Terwijl alles om je heen gewoon doorgaat, staat je leven even stil. De wasmachine snort, mama is aan

Als je ziek bent, mag je bij mama thuis blijven

het stofzuigen en in de verte hoor je de vuilniswagen. Nu kan mijn zoon, en dat is misschien wel het ergste, niet met zijn vrienden spelen. Maar ook niet op bezoek bij opa en oma. Niet naar zwemles, niet naar gitaarlies. “Ziek zijn is toch meer vervelend, dan leuk”, zucht hij na een dagje bed. Over een rode verhitte wang rolt een traan. “Dat is best zielig.” Ik kijk de patiënt meelijwekkend aan. Hij schudt zijn hoofd. “Mama, je begrijpt me verkeerd. Dat van die wolken. Dat doet best pijn, hoor. Als twee wolken ‘poef’ zo op elkaar botsen.” Ook over de andere wang biggelt een traan. Nee, morgen gaat deze vent nog niet naar school. Hij blijft lekker onder de wol. Na een dag of wat verschijnt er een dun lachje op zijn bleke toet. De waterige oogjes heroveren hun glans. Vandaag gaat het beter. Vanaf nu kan het alleen maar bergopwaarts gaan. Ik haal opgelucht adem. Mijn kind ook.

Wanneer een van de kinderen ziek is, voel ik me zo zich machteloos. Wat kan ik doen? Natuurlijk, ik breng drinken en beschuitjes. Ik raadpleeg allerlei handige zelfhulpboeken met nuttige tips voor als je kind ziek is. Staan er misschien symptomen in die ik heb gemist? Ik moet vertrouwen hebben, ja, ja. Dat het goed komt. Tuurlijk. Zal ik de dokter bellen? Even overleggen. Nee. Ik kan niet iedere minuut de dokter bellen, hem voor ieder wissewasje laten opdraven. Ook al is dat wel mijn eerste gevoel. Een reflex. Haal de dokter erbij! Genees mijn kind. Zo zittend op de rand van zijn bed, kijkend naar dit stukje van mij, weet ik dat het goed komt. Weet ik dat ziek zijn meer betekent dan simpelweg genezen met wat pillen en poeders opgelost in een glaasje water. Het geeft ruimte om na te denken. Over het leven. Niet dat mijn zoontje daar ook maar één seconde van wakker ligt. Het leven gaat gewoon door.

Hij oogt steviger

Morgen gaat mijn zoon weer naar school. Voetballen met zijn vrienden, rekenen, spelen met lego, televisie kijken en de weerberichten voor komende week aandachtig bestuderen. "Zie je, mam", meldt hij me tijdens het ontbijt als een volleerd weerman, "onweer." Hij oogt steviger, niet zozeer lichamelijk, maar meer in zijn manier van doen. Dan wijst zijn wijsvinger naar de blauwe lucht. “Kijk, daar drijft de zwarte wolk. Heel ver weg. Dag wolk, tot de volgende keer.”

Ondertussen maak ik sterke soep voor snottebellen. Eet twee diepe borden van deze fijne variant op de soto ajam, Indische kippensoep, en je bent zo weer boven Jan. Haal twee of drie biologische kippenpoten, was ze, dep ze droog met een keukenpapier, doe ze samen met de bouillonblokjes en fijne soepgroente in een liter water. Breng aan de kook, zet het vuur laag met het deksel op de pan. Opletten dat de boel niet overkookt. Haal na een uurtje borrelen de kippenpoten uit de bouillon en verwijder het kippenvlees van de botten. Doe het vlees terug in de soep. Voeg al roerend een halve theelepel koriander toe, iets minder komijn en een half theelepeltje koenjit. Voeg het citroensap toe, de fijn gesneden blaadjes citroengras, een scheut ketjap Manis. Doe er vervolgens nog wat gebroken sperzieboontjes bij. Even voor het serveren een hand taugé erin, een gekookt ei en laat nu de snottebellen maar stromen. Servettten bij de hand. Selamat makan.

2 à 3 biologische kippenpoten
2 bouillonblokjes
½ pond fijne soepgroente
½ theelepeltje korianderpoeder
½ theelepeltje komijn (djinten)
½ theelepeltje koenjit
scheut ketjap Manis
2 à 3 heel fijn gesneden blaadjes citroengras
sap van 1 citroen
½ pond gebroken sperziebonen
1 handje taugé
1 gekookt ei per persoon

Reacties

Populaire posts