Een droomkasteel vol bloemenservies

Dromen kunnen je zo woest indringend overvallen in je slaap. Het ene moment is er niets, een snurkend zwart gat, het volgende moment bevind je je eeuwen terug op de binnenplaats van een kasteel. De ijzige kou schuurt langs mijn wangen en ik hoor bergen wollen rokken ruisen als ik ren over de hobbelige stenen. Geen asfalt, noch een zacht mosgroen slingerend paadje door een twinkelend toverbos. Geen pietepeuterige klavecimbelmuziek zoals je weleens hoort in een film. Het is kaal in mijn kasteel en het stinkt er hinderlijk naar koeienpoep. Niks lieflijke naar lavendel riekende geurkaarsjes. Haast, in een droom heb ik altijd haast. Hebben jullie dat ook? Of ben ik alleen degene die altijd de vaart erin zet in zo’n droom. Het duurt immers heel even. Naar het schijnt luttele seconden, voordat je wakker wordt. Dan is het weer floep, de realiteit waarin je je bevindt. Dus een beetje opschieten met die droom. Forza! Dat zegt natuurlijk iets over mijn onderbewuste beleving van de dingen. In de grote stad leef ik een gejaagd leven. Rennen, rennen, rennen. Boodschappen doen, kinderen naar school brengen, werken, vakantieplannen maken, bergen was verstouwen, kinderen helpen met huiswerk. Gezellig eten met elkaar, vrienden spreken in plaats van mailen.

Daar droom ik van

In het kasteel beklim ik licht als een gazelle de trappen naar de torenkamer (ik wist niet dat ik het kon, maar in dromen kun je alles), die propvol staat met tropische planten in oogverblindende kleuren. Kelkachtige bloemen in een kleur rood die pijn doet aan je ogen met gifgroene gevlamde randen en kerriegele meeldraden in het hart. Palmbomen met reusachtige bladeren in de vorm van wijd gespreide open handen. Op tien centimeter dikke houten planken tegen de muur van de torenkamer staat een rijk gedecoreerd bloemetjesservies. Theekopjes, gebaksschotels, grote en kleine theepotten, suikerpotjes, melkkannetjes. Ik pak thee met suiker, ga zitten en vertel een verhaal over dromen. Hoezo vertel ik een verhaal over dromen? Mijn woorden klinken oprecht en de kleurrijke bloemen knikken aandachtig. Plotseling bekruipt me een paniekerig claustrofobisch gevoel. Dat betekent het einde van de droom, let maar op. Kriebel in mijn oor, ineens moet ik héél nodig plassen. De droom is voorbij. Verweesd dobber ik in mijn bedje. Zit ik in een zoveelste aflevering van Medium, ben ik Allison Dubois, moeder van drie dochters en heb ik belangrijke informatie van genen zijde ontvangen over de bloemenserviesbende? Ga toch weg…

Meer tussen hemel en aarde

Na mijn tweede met frivole bloemen gedecoreerde mok koffie weet ik het weer. Bedankt voor de mooie rare droom. Dromen zijn waardevol. Ongeacht de betekenis ervan. Helemaal thuis te brengen of iets zinnigs ervan maken, kan ik bijna nooit. Daar heb je specialisten voor, zo iemand als mevrouw Dubois, maar dan nog. Heeft het zin om alles te willen vatten of begrijpen en in een notendop te proppen? Wie weet, is er meer tussen hemel en aarde. Dromen geven mij perspectief, ruimte en rust in mezelf en in mijn bestaan. Of ik nu in die hysterische stad leef of in een ijzige met bloemenservies vol gepropte torenkamer, de droom is van mij. Van mij alleen. Dan even een andere vraag tussendoor: waarom denken mensen dat als je een bloeiend tekstbureau hebt zoals GMtekst dat je voor niets, niente, nada werkt? Schrijven is de kunst! Een passend honorarium, daar droom ik van…

Reacties

Populaire posts