Ode aan de poëzie

Naast man en kinderen zijn schrijven en dichten mijn andere liefdes voor het leven. Mijn redders in de nood, toevluchtsoorden in drukke tijden. Poëzie wacht geduldig op woorden van betekenis. Het witte vel of blanco scherm laat zich graag vullen met mijn geestesbaby's. Schrijven is een manier van leven, dichten noodzaak. Een ode aan de poëzie.

Door Geraldina Metselaar

Dichten is nog nooit zo populair geweest als vandaag de dag! Was het vroeger enkel weggelegd voor de poëtische elite, tegenwoordig is dichten voor bijna iedereen toegankelijk (er blijven natuurlijk altijd uitzonderingen die zich niet kunnen identificeren met de beladen term gedicht, ondertussen galmen ze mee met ons volkslied 'het Wilhelmus' - wat mij betreft een van de sterkste staaltjes dichtwerk in ons taalgebied) en doorgedrongen tot velen. Van woordkunstenaar tot amateurdichter en van sonnettenschrijver tot professioneel poëet - je komt ze tegen op festivals waar ze de randprogrammering vullen en gaten dichten, poetry slams, in dichtbundels, krant en magazine, bij talkshows en in literaire cafés inclusief open podium. We hebben een Dichter des Vaderlands, Dichter der Nederlanden, stadsdichters, streek- en dorpsdichters. Daarnaast reist een bulk dichters door ons land van eetcafé naar buurthuis en van soos naar buitenplaats. 

Dichten is nog nooit zo populair geweest

Ook op steeds meer middelbare scholen wordt tijdens de Nederlandse lessen het vak poëzie naar een hoger plan getild om leerlingen te inspireren. Geholpen door menig rapper – de hippe dichters van deze tijd, groeit er bij jongeren de wil om te leren onze taal te doorgronden en te modelleren naar hun overtuiging. Het schrijven helpt ze woorden te geven aan problemen waarmee ze worstelen en uitdagingen waar ze voor staan te bezweren.
 
Poëzie is een wonder
Docenten bespreken verschillende stromingen in de poëzie, thema’s, dichtbundels en hoogtepunt van een lessencyclus is een poëzieles van een echte dichter. Ook ik mocht bij zo’n les zijn. Het is twee uur als ik Tjitske Jansen (46) tref in de lerarenkamer van het Haags Montesorri Lyceum. Ik word begroet met een gulle lach en een stevige hand. Tjitske Jansen heb ik weleens gezien tijdens een van haar optredens op het bekende Haagse poëziefestival Crossing Border. Zowel op het toneel als daarbuiten heeft ze dezelfde innemende kwetsbaarheid. Tegelijk heeft ze een krachtig aura om zich heen. Ze lacht, beantwoordt zorgvuldig mijn vragen en trekt haar wollen trui uit. Ze plukt wat pluisjes van het lamswollen truitje dat eronder zit. Haar bergschoenen worden verruild voor een paar laarzen met hakken. “Ik wil iets doen wat betekenis heeft voor anderen”, besluit de dichteres. Naast het lesgeven op middelbare scholen, geeft Tjikse Jansen cursussen, treedt ze op en vult ze haar dagen met schrijven aan haar eigen dichtwerk. In opdracht schrijven vindt ze moeilijk. “Ik heb weleens twee jaar over een gedicht voor een kleine gemeente gedaan. Ik wil het dan ook echt zorgvuldig doen, maar poëzie is een onzeker iets. Ik vraag me altijd af of het me weer gaat lukken. Wat dat betreft is poëzie een wonder!” Ze springt op, verdeelt de trui en bergschoenen over twee tassen en loopt achter de lerares Nederlands aan. De bel is gegaan. Het is tijd om les te geven.

Samen lachen werkt verbindend

“Bent u serieus op dat dak geklommen”, vraagt een leerling voorzichtig. We zijn dik een half uur, een handvol gedichten en korte verhalen, verder als Tjitske de leerlingen van 4VWO aan de praat krijgt. Met haar gedicht ‘De idioot op het dak’, geïnspireerd op ‘De idioot in het bad’ van de dichter Vasalis, voel je de spanning bij de leerlingen oplaaien. De vraag komt ergens achter uit de aula waar we zitten. Alle leerlingen veren op en luisteren met gespitste oren naar het antwoord. De dichter lacht en weifelt. Na meerdere pogingen om de lachers op haar hand te krijgen, realiseerde ze zich dat deze jongeren niet voor één gedicht te vangen zijn. “Doorgaans lukt het me wel een lach te ontfutselen”, zegt ze na afloop van de les, “met mijn tragikomische poëzie of verhalen over bijvoorbeeld mijn Packman verslaving, maar dit was een taaie. Ik wil leerlingen altijd echt iets geven en blijf dan zoeken tot ik een verhaal of gedicht heb gevonden waarom ze wel moeten lachen. Samen lachen werkt verbindend.” Als Tjitske haar verhaal over de Sinterklaassurprise vertelt en het op het middernachtelijk uur verorberen van de marsepeinen lekkernijen, de peer, het appeltje en het sinaasappeltje, heeft ze wederom beet. De klas is los en vol enthousiasme applaudisseren ze na een klein uurtje poëzieles. Als Tjitske haar spullen opruimt, komt een leerling naar de dichter. Hij schrijft zelf ook en krijgt van haar een gesigneerd exemplaar van haar laatste bundel. Dan is het lokaal leeg. We nemen afscheid, weer krijg ik een stevige hand. “Als ik nu vertrek, red ik waarschijnlijk nog mijn trein naar Brussel. Mooi hè, daar woon ik tijdelijk”, zegt Tjitske Jansen met een grote bos bloemen onder haar arm. Aan iedere schouder bungelt een tas, ze heeft haar hakken nog aan. 

~*~

Dit is een gedeelte uit het artikel 'Liefde voor het leven, liefde voor de poëzie' dat onlangs in de Vrije Opvoedkunst verscheen (www.vrijeopvoedkunst.nl). 

Reacties

Populaire posts